Woordenlijst
Bengaals – Bijwoordenoefening

behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.

buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.

opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?

weg
Hij draagt de prooi weg.

echt
Kan ik dat echt geloven?

samen
We leren samen in een kleine groep.

de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

erg
Het kind is erg hongerig.

gisteren
Het regende hard gisteren.

‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
