Woordenlijst

Duits – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
maar
Het huis is klein maar romantisch.
cms/adverbs-webp/142522540.webp
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
samen
We leren samen in een kleine groep.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/118228277.webp
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.
cms/adverbs-webp/29021965.webp
niet
Ik hou niet van de cactus.