Woordenlijst
Grieks – Bijwoordenoefening

al
Hij slaapt al.

weg
Hij draagt de prooi weg.

ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?

alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.

te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.

daar
Het doel is daar.

ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.

nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!

correct
Het woord is niet correct gespeld.

naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
