Woordenlijst
Engels (US) – Bijwoordenoefening

minstens
De kapper kostte minstens niet veel.

nu
Moet ik hem nu bellen?

bijna
Ik raakte bijna!

vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.

voor
Ze was voorheen dikker dan nu.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

erg
Het kind is erg hongerig.

de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

weg
Hij draagt de prooi weg.

half
Het glas is half leeg.
