Woordenlijst
Engels (UK) – Bijwoordenoefening

binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.

erg
Het kind is erg hongerig.

vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.

buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.

buiten
We eten vandaag buiten.

ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.

te veel
Het werk wordt me te veel.

morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

iets
Ik zie iets interessants!

samen
De twee spelen graag samen.

bijna
De tank is bijna leeg.
