Woordenlijst
Engels (UK) – Bijwoordenoefening

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

een beetje
Ik wil een beetje meer.

bijna
De tank is bijna leeg.

naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

in
Ze springen in het water.

bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?

nu
Moet ik hem nu bellen?

uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.

bijna
Ik raakte bijna!

alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
