Woordenlijst
Engels (UK) – Bijwoordenoefening

uit
Ze komt uit het water.

erop
Hij klimt op het dak en zit erop.

correct
Het woord is niet correct gespeld.

al
Het huis is al verkocht.

uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.

gratis
Zonne-energie is gratis.

ook
Haar vriendin is ook dronken.

weg
Hij draagt de prooi weg.

voor
Ze was voorheen dikker dan nu.

altijd
Hier was altijd een meer.

daar
Het doel is daar.
