Woordenlijst
Engels (UK) – Bijwoordenoefening

te veel
Het werk wordt me te veel.

uit
Ze komt uit het water.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

buiten
We eten vandaag buiten.

naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

samen
We leren samen in een kleine groep.

lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.

naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.

opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.

waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
