Woordenlijst
Esperanto – Bijwoordenoefening

samen
De twee spelen graag samen.

opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.

in
Ze springen in het water.

opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.

echt
Kan ik dat echt geloven?

buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.

veel
Ik lees inderdaad veel.

correct
Het woord is niet correct gespeld.

samen
We leren samen in een kleine groep.

ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?

te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
