Woordenlijst
Spaans – Bijwoordenoefening

‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

te veel
Het werk wordt me te veel.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.

veel
Ik lees inderdaad veel.

even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!

alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.

erop
Hij klimt op het dak en zit erop.

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.

misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.

gisteren
Het regende hard gisteren.
