Woordenlijst
Spaans – Bijwoordenoefening

te veel
Het werk wordt me te veel.

samen
De twee spelen graag samen.

bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?

lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.

bijna
Het is bijna middernacht.

‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

links
Aan de linkerkant zie je een schip.

even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!

meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.

vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
