Woordenlijst
Ests – Bijwoordenoefening

daar
Het doel is daar.

een beetje
Ik wil een beetje meer.

behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.

altijd
Hier was altijd een meer.

buiten
We eten vandaag buiten.

half
Het glas is half leeg.

‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.

niet
Ik hou niet van de cactus.

veel
Ik lees inderdaad veel.

eerst
Veiligheid komt eerst.

de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
