Woordenlijst
Ests – Bijwoordenoefening

altijd
Hier was altijd een meer.

bijna
Ik raakte bijna!

nooit
Men moet nooit opgeven.

uit
Ze komt uit het water.

naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

daar
Het doel is daar.

‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

te veel
Het werk wordt me te veel.

de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

net
Ze is net wakker geworden.

opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
