Woordenlijst
Frans – Bijwoordenoefening

al
Het huis is al verkocht.

altijd
Je kunt ons altijd bellen.

minstens
De kapper kostte minstens niet veel.

nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.

al
Hij slaapt al.

maar
Het huis is klein maar romantisch.

ook
Haar vriendin is ook dronken.

bijna
De tank is bijna leeg.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
