Woordenlijst
Frans – Bijwoordenoefening

lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.

samen
We leren samen in een kleine groep.

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.

daar
Het doel is daar.

de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

voor
Ze was voorheen dikker dan nu.

daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.

bijna
De tank is bijna leeg.

erop
Hij klimt op het dak en zit erop.

buiten
We eten vandaag buiten.
