Woordenlijst
Hebreeuws – Bijwoordenoefening

in
Ze springen in het water.

waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

uit
Ze komt uit het water.

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.

links
Aan de linkerkant zie je een schip.

beneden
Hij ligt beneden op de vloer.

naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

erop
Hij klimt op het dak en zit erop.

in
De twee komen binnen.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

veel
Ik lees inderdaad veel.
