Woordenlijst
Indonesisch – Bijwoordenoefening

samen
De twee spelen graag samen.

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?

uit
Ze komt uit het water.

erop
Hij klimt op het dak en zit erop.

waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.

binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.

naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

altijd
Je kunt ons altijd bellen.

altijd
Hier was altijd een meer.

behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
