Woordenlijst
Indonesisch – Bijwoordenoefening

erg
Het kind is erg hongerig.

altijd
Je kunt ons altijd bellen.

daar
Het doel is daar.

voor
Ze was voorheen dikker dan nu.

buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.

echt
Kan ik dat echt geloven?

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.

veel
Ik lees inderdaad veel.

nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!

iets
Ik zie iets interessants!

buiten
We eten vandaag buiten.
