Woordenlijst
Kannada – Bijwoordenoefening

nu
Moet ik hem nu bellen?

links
Aan de linkerkant zie je een schip.

eerst
Veiligheid komt eerst.

samen
We leren samen in een kleine groep.

gisteren
Het regende hard gisteren.

‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

bijna
De tank is bijna leeg.

maar
Het huis is klein maar romantisch.

daar
Het doel is daar.

opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.

erg
Het kind is erg hongerig.
