Woordenlijst
Koreaans – Bijwoordenoefening

even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!

erop
Hij klimt op het dak en zit erop.

te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.

morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

voor
Ze was voorheen dikker dan nu.

al
Het huis is al verkocht.

net
Ze is net wakker geworden.

over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.

meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.

bijna
Het is bijna middernacht.

correct
Het woord is niet correct gespeld.
