Woordenlijst
Litouws – Bijwoordenoefening

lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.

‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.

daar
Het doel is daar.

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?

nu
Moet ik hem nu bellen?

behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.

bijna
Ik raakte bijna!

bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?

maar
Het huis is klein maar romantisch.

in
De twee komen binnen.
