Woordenlijst
Lets – Bijwoordenoefening

echt
Kan ik dat echt geloven?

iets
Ik zie iets interessants!

erop
Hij klimt op het dak en zit erop.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

al
Het huis is al verkocht.

nu
Moet ik hem nu bellen?

morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.

gratis
Zonne-energie is gratis.

een beetje
Ik wil een beetje meer.

bijna
De tank is bijna leeg.
