Woordenlijst
Lets – Bijwoordenoefening

erop
Hij klimt op het dak en zit erop.

waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.

altijd
Hier was altijd een meer.

nu
Moet ik hem nu bellen?

ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?

weg
Hij draagt de prooi weg.

samen
We leren samen in een kleine groep.

iets
Ik zie iets interessants!

eerst
Veiligheid komt eerst.

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
