Woordenlijst
Noors – Bijwoordenoefening

altijd
Hier was altijd een meer.

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.

maar
Het huis is klein maar romantisch.

nu
Moet ik hem nu bellen?

buiten
We eten vandaag buiten.

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?

uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.

daar
Het doel is daar.

‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.

bijna
Het is bijna middernacht.

niet
Ik hou niet van de cactus.
