Woordenlijst
Punjabi – Bijwoordenoefening

naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.

iets
Ik zie iets interessants!

alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.

daar
Het doel is daar.

samen
De twee spelen graag samen.

altijd
Hier was altijd een meer.

buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.

al
Hij slaapt al.

‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.

in
De twee komen binnen.
