Woordenlijst
Pools – Bijwoordenoefening

opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?

morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

correct
Het woord is niet correct gespeld.

bijna
De tank is bijna leeg.

over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.

al
Het huis is al verkocht.

samen
We leren samen in een kleine groep.

minstens
De kapper kostte minstens niet veel.

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.

voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
