Woordenlijst
Pools – Bijwoordenoefening

te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.

altijd
Hier was altijd een meer.

weg
Hij draagt de prooi weg.

correct
Het woord is niet correct gespeld.

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.

maar
Het huis is klein maar romantisch.

beneden
Hij ligt beneden op de vloer.

nu
Moet ik hem nu bellen?

ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.

bijna
De tank is bijna leeg.

erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
