Woordenlijst
Portugees (PT) – Bijwoordenoefening

behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.

altijd
Je kunt ons altijd bellen.

bijna
Het is bijna middernacht.

weg
Hij draagt de prooi weg.

veel
Ik lees inderdaad veel.

echt
Kan ik dat echt geloven?

morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

gisteren
Het regende hard gisteren.

niet
Ik hou niet van de cactus.

‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.

samen
De twee spelen graag samen.
