Woordenlijst
Portugees (PT) – Bijwoordenoefening

erg
Het kind is erg hongerig.

over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

altijd
Je kunt ons altijd bellen.

ook
Haar vriendin is ook dronken.

daar
Het doel is daar.

een beetje
Ik wil een beetje meer.

echt
Kan ik dat echt geloven?

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.

voor
Ze was voorheen dikker dan nu.

al
Hij slaapt al.
