Woordenlijst

Portugees (BR) – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/134906261.webp
al
Het huis is al verkocht.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
samen
We leren samen in een kleine groep.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/29021965.webp
niet
Ik hou niet van de cactus.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/71970202.webp
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.