Woordenlijst

Sloveens – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/132151989.webp
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
cms/adverbs-webp/7659833.webp
gratis
Zonne-energie is gratis.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
weg
Hij draagt de prooi weg.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.