Woordenlijst
Servisch – Bijwoordenoefening

bijna
De tank is bijna leeg.

net
Ze is net wakker geworden.

de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

al
Het huis is al verkocht.

ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.

buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.

‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?

daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
