Woordenlijst
Tamil – Bijwoordenoefening

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?

lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.

buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.

links
Aan de linkerkant zie je een schip.

meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.

alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.

iets
Ik zie iets interessants!

maar
Het huis is klein maar romantisch.

erg
Het kind is erg hongerig.

altijd
Je kunt ons altijd bellen.

nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
