Woordenlijst

Thai – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
cms/adverbs-webp/71109632.webp
echt
Kan ik dat echt geloven?
cms/adverbs-webp/134906261.webp
al
Het huis is al verkocht.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
cms/adverbs-webp/71670258.webp
gisteren
Het regende hard gisteren.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/121564016.webp
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.