Woordenlijst
Tagalog – Bijwoordenoefening

weg
Hij draagt de prooi weg.

daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.

gisteren
Het regende hard gisteren.

al
Hij slaapt al.

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.

bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?

correct
Het woord is niet correct gespeld.

altijd
Je kunt ons altijd bellen.

links
Aan de linkerkant zie je een schip.

naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
