Woordenlijst
Chinees (vereenvoudigd) – Bijwoordenoefening

erg
Het kind is erg hongerig.

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.

uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.

in
Ze springen in het water.

‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

veel
Ik lees inderdaad veel.

ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.

iets
Ik zie iets interessants!

‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.

vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
