Woordenlijst

Leer bijwoorden – Frans

cms/adverbs-webp/96228114.webp
maintenant
Devrais-je l‘appeler maintenant ?

nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/174985671.webp
presque
Le réservoir est presque vide.

bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/7659833.webp
gratuitement
L‘énergie solaire est gratuite.

gratis
Zonne-energie is gratis.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
dehors
Nous mangeons dehors aujourd‘hui.

buiten
We eten vandaag buiten.
cms/adverbs-webp/71670258.webp
hier
Il a beaucoup plu hier.

gisteren
Het regende hard gisteren.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
souvent
On ne voit pas souvent des tornades.

vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nulle part
Ces traces ne mènent nulle part.

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
n‘importe quand
Vous pouvez nous appeler n‘importe quand.

altijd
Je kunt ons altijd bellen.
cms/adverbs-webp/77321370.webp
par exemple
Comment trouvez-vous cette couleur, par exemple ?

bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
cms/adverbs-webp/132510111.webp
la nuit
La lune brille la nuit.

‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
de nouveau
Ils se sont rencontrés de nouveau.

opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
mais
La maison est petite mais romantique.

maar
Het huis is klein maar romantisch.