Woordenlijst
Leer bijwoorden – Litouws

ten
Eikite ten, tada paklauskite dar kartą.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.

beveik
Aš beveik pataikiau!
bijna
Ik raakte bijna!

greitai
Čia greitai bus atidarytas komercinis pastatas.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.

kada nors
Ar kada nors praradote visus savo pinigus akcijose?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?

ne
Man nepatinka kaktusai.
niet
Ik hou niet van de cactus.

kodėl
Vaikai nori žinoti, kodėl viskas yra taip, kaip yra.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

jau
Namai jau parduoti.
al
Het huis is al verkocht.

taip pat
Jos draugė taip pat girta.
ook
Haar vriendin is ook dronken.

kartu
Abu mėgsta žaisti kartu.
samen
De twee spelen graag samen.

vienodai
Šie žmonės yra skirtingi, bet vienodai optimistiški!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!

bet kada
Galite mus skambinti bet kada.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
