Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorsaak
Te veel mense veroorsaak vinnig chaos.
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
cms/verbs-webp/132305688.webp
mors
Energie moet nie gemors word nie.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
cms/verbs-webp/119269664.webp
slaag
Die studente het die eksamen geslaag.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/67232565.webp
stem saam
Die bure kon nie oor die kleur saamstem nie.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
cms/verbs-webp/92145325.webp
kyk
Sy kyk deur ’n gat.
kijken
Ze kijkt door een gat.
cms/verbs-webp/101383370.webp
uitgaan
Die meisies hou daarvan om saam uit te gaan.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
cms/verbs-webp/114593953.webp
ontmoet
Hulle het mekaar die eerste keer op die internet ontmoet.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/102327719.webp
slaap
Die baba slaap.
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/98082968.webp
luister
Hy luister na haar.
luisteren
Hij luistert naar haar.
cms/verbs-webp/113253386.webp
uitwerk
Dit het hierdie keer nie uitgewerk nie.
lukken
Deze keer is het niet gelukt.
cms/verbs-webp/75423712.webp
verander
Die lig het groen verander.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
cms/verbs-webp/65199280.webp
hardloop na
Die moeder hardloop na haar seun.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.