Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/97335541.webp
lewer kommentaar
Hy lewer elke dag kommentaar oor politiek.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/108295710.webp
spel
Die kinders leer spel.
spellen
De kinderen leren spellen.
cms/verbs-webp/96586059.webp
ontslaan
Die baas het hom ontslaan.
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eet
Die hoenders eet die korrels.
eten
De kippen eten de granen.
cms/verbs-webp/85010406.webp
spring oor
Die atleet moet oor die hindernis spring.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
cms/verbs-webp/84365550.webp
vervoer
Die vragmotor vervoer die goedere.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/106725666.webp
kyk na
Hy kyk na wie daar woon.
controleren
Hij controleert wie daar woont.
cms/verbs-webp/105854154.webp
beperk
Hekke beperk ons vryheid.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/117491447.webp
hang af
Hy is blind en hang af van buite hulp.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
cms/verbs-webp/15441410.webp
uitpraat
Sy wil by haar vriendin uitpraat.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
cms/verbs-webp/8482344.webp
soen
Hy soen die baba.
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/117890903.webp
antwoord
Sy antwoord altyd eerste.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.