Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/113248427.webp
wen
Hy probeer om by skaak te wen.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeu
Dit het vandag baie gesneeu.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
cms/verbs-webp/129244598.webp
beperk
Gedurende ’n dieet moet jy jou voedselinname beperk.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/108118259.webp
vergeet
Sy het nou sy naam vergeet.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.
cms/verbs-webp/41935716.webp
verdwaal
Dit is maklik om in die woud te verdwaal.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
cms/verbs-webp/40946954.webp
sorteer
Hy hou daarvan om sy posseëls te sorteer.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/102049516.webp
verlaat
Die man verlaat.
verlaten
De man vertrekt.
cms/verbs-webp/94153645.webp
huil
Die kind huil in die bad.
huilen
Het kind huilt in het bad.
cms/verbs-webp/119952533.webp
proe
Dit proe regtig lekker!
smaken
Dit smaakt echt goed!
cms/verbs-webp/62175833.webp
ontdek
Die seemanne het ’n nuwe land ontdek.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
cms/verbs-webp/3270640.webp
agtervolg
Die cowboy agtervolg die perde.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
cms/verbs-webp/100298227.webp
omhels
Hy omhels sy ou pa.
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.