Woordenlijst
Leer werkwoorden – Bengaals

思う
誰がもっと強いと思いますか?
Omou
dare ga motto tsuyoi to omoimasu ka?
denken
Wie denk je dat sterker is?

保つ
私はお金を私のベッドサイドのテーブルに保管しています。
Tamotsu
watashi wa okane o watashi no beddo saido no tēburu ni hokan shite imasu.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.

書き込む
アーティストたちは壁全体に書き込んでいます。
Kakikomu
ātisuto-tachi wa kabe zentai ni kakikonde imasu.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.

綴る
子供たちは綴りを学んでいます。
Tsudzuru
kodomo-tachi wa tsudzuri o manande imasu.
spellen
De kinderen leren spellen.

守る
母親は子供を守ります。
Mamoru
hahaoya wa kodomo o mamorimasu.
beschermen
De moeder beschermt haar kind.

配達する
彼はピザを家に配達します。
Haitatsu suru
kare wa piza o ie ni haitatsu shimasu.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.

終わる
ルートはここで終わります。
Owaru
rūto wa koko de owarimasu.
eindigen
De route eindigt hier.

勝つ
彼はテニスで対戦相手に勝ちました。
Katsu
kare wa tenisu de taisen aite ni kachimashita.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.

伝える
彼女は彼女に秘密を伝えます。
Tsutaeru
kanojo wa kanojo ni himitsu o tsutaemasu.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.

横たわる
彼らは疲れて横たわった。
Yokotawaru
karera wa tsukarete yokotawatta.
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.

建てる
子供たちは高い塔を建てています。
Tateru
kodomo-tachi wa takai tō o tatete imasu.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
