Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/109157162.webp
dolaziti lako
Surfanje mu dolazi lako.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
cms/verbs-webp/90309445.webp
održati se
Sprovod se održao prekjučer.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
cms/verbs-webp/100011426.webp
utjecati
Ne dajte da vas drugi utječu!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/130770778.webp
putovati
On voli putovati i vidio je mnoge zemlje.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/90287300.webp
zvoniti
Čujete li zvono kako zvoni?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/120900153.webp
izaći
Djeca napokon žele izaći van.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/122290319.webp
odvojiti
Želim svaki mjesec odvojiti nešto novca za kasnije.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
cms/verbs-webp/84847414.webp
paziti
Naš sin jako pazi na svoj novi automobil.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/1502512.webp
čitati
Ne mogu čitati bez naočala.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
cms/verbs-webp/46385710.webp
prihvatiti
Ovdje se prihvaćaju kreditne kartice.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/27564235.webp
raditi na
Mora raditi na svim tim datotekama.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
cms/verbs-webp/47969540.webp
oslijepiti
Čovjek s bedževima je oslijepio.
blind worden
De man met de badges is blind geworden.