Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/120193381.webp
oženiti se
Par se upravo oženio.
trouwen
Het stel is net getrouwd.
cms/verbs-webp/99725221.webp
lagati
Ponekad u nuždi morate lagati.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
cms/verbs-webp/95056918.webp
voditi
On vodi djevojku za ruku.
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.
cms/verbs-webp/34979195.webp
sastati se
Lijepo je kada se dvoje ljudi sastanu.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/21342345.webp
svidjeti se
Djetetu se sviđa nova igračka.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
cms/verbs-webp/121264910.webp
narezati
Za salatu treba narezati krastavac.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
cms/verbs-webp/97335541.webp
komentirati
Svakodnevno komentira politiku.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/129945570.webp
odgovoriti
Ona je odgovorila pitanjem.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/4706191.webp
vježbati
Žena vježba jogu.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
cms/verbs-webp/130814457.webp
dodati
Ona dodaje malo mlijeka u kafu.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/105854154.webp
ograničiti
Ograde ograničavaju našu slobodu.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/127554899.webp
preferirati
Naša kćerka ne čita knjige; preferira svoj telefon.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.