Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/57574620.webp
dostaviti
Naša kćerka dostavlja novine za vrijeme praznika.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
cms/verbs-webp/123619164.webp
plivati
Ona redovno pliva.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
cms/verbs-webp/111063120.webp
upoznati
Čudni psi žele se upoznati.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
cms/verbs-webp/75487437.webp
voditi
Najiskusniji planinar uvijek vodi.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
cms/verbs-webp/75423712.webp
promijeniti
Svjetlo se promijenilo u zeleno.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
cms/verbs-webp/107852800.webp
gledati
Gleda kroz dvogled.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/109588921.webp
isključiti
Ona isključuje budilnik.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
cms/verbs-webp/98977786.webp
imenovati
Koliko zemalja možeš imenovati?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
cms/verbs-webp/118588204.webp
čekati
Ona čeka autobus.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/113253386.webp
uspjeti
Ovaj put nije uspjelo.
lukken
Deze keer is het niet gelukt.
cms/verbs-webp/125376841.webp
gledati
Na odmoru sam pogledao mnoge znamenitosti.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
cms/verbs-webp/99725221.webp
lagati
Ponekad u nuždi morate lagati.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.