Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/121670222.webp
pratiti
Pilići uvijek prate svoju majku.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/100565199.webp
doručkovati
Radije doručkujemo u krevetu.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/93150363.webp
probuditi se
Upravo se probudio.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
cms/verbs-webp/96668495.webp
tiskati
Knjige i novine se tiskaju.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
cms/verbs-webp/125116470.webp
vjerovati
Svi vjerujemo jedni drugima.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
cms/verbs-webp/118483894.webp
uživati
Ona uživa u životu.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/128159501.webp
miješati
Razni sastojci trebaju se miješati.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/108520089.webp
sadržavati
Riba, sir i mlijeko sadrže puno proteina.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/120900153.webp
izaći
Djeca napokon žele izaći van.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/84472893.webp
voziti
Djeca vole voziti bicikle ili skutere.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/121870340.webp
trčati
Sportista trči.
rennen
De atleet rent.
cms/verbs-webp/68761504.webp
pregledati
Zubar pregledava pacijentovu dentaciju.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.