Woordenlijst
Leer werkwoorden – Bosnisch

vidjeti ponovno
Konačno se ponovno vide.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.

zaposliti
Firma želi zaposliti više ljudi.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

promijeniti
Svjetlo se promijenilo u zeleno.
veranderen
Het licht veranderde in groen.

baciti
On ljutito baca svoj računar na pod.
gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.

zaboraviti
Sada je zaboravila njegovo ime.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.

prevoziti
Kamion prevozi robu.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

osjećati
Često se osjeća samim.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.

izbjeći
Ona izbjegava svoju kolegicu.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.

objasniti
Deda objašnjava svijet svom unuku.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.

raspravljati
Kolege raspravljaju o problemu.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.

prihvatiti
Ovdje se prihvaćaju kreditne kartice.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
