Woordenlijst
Leer werkwoorden – Bosnisch

približiti se
Puževi se približavaju jedno drugom.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.

okrenuti se
Morate okrenuti auto ovdje.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.

izvući
Kako će izvući tu veliku ribu?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?

pogriješiti
Pažljivo razmislite da ne pogriješite!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!

zaustaviti
Taksiji su se zaustavili na stanici.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.

voziti se
Automobili se voze u krugu.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.

uspjeti
Ovaj put nije uspjelo.
lukken
Deze keer is het niet gelukt.

primiti
On prima dobru penziju u starosti.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.

gorjeti
Meso se ne smije izgorjeti na roštilju.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.

početi trčati
Sportista je spreman da počne trčati.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.

početi
Škola tek počinje za djecu.
beginnen
School begint net voor de kinderen.
