Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/9435922.webp
približiti se
Puževi se približavaju jedno drugom.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
cms/verbs-webp/100585293.webp
okrenuti se
Morate okrenuti auto ovdje.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/120870752.webp
izvući
Kako će izvući tu veliku ribu?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
cms/verbs-webp/42111567.webp
pogriješiti
Pažljivo razmislite da ne pogriješite!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
cms/verbs-webp/113393913.webp
zaustaviti
Taksiji su se zaustavili na stanici.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
cms/verbs-webp/93697965.webp
voziti se
Automobili se voze u krugu.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/113253386.webp
uspjeti
Ovaj put nije uspjelo.
lukken
Deze keer is het niet gelukt.
cms/verbs-webp/116932657.webp
primiti
On prima dobru penziju u starosti.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/114052356.webp
gorjeti
Meso se ne smije izgorjeti na roštilju.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/55119061.webp
početi trčati
Sportista je spreman da počne trčati.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
cms/verbs-webp/118008920.webp
početi
Škola tek počinje za djecu.
beginnen
School begint net voor de kinderen.
cms/verbs-webp/67232565.webp
složiti se
Susjedi se nisu mogli složiti oko boje.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.