Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

pokazit se
Dnes se všechno pokazilo!
misgaan
Alles gaat vandaag mis!

spojit
Jazykový kurz spojuje studenty z celého světa.
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.

vidět
S brýlemi vidíte lépe.
zien
Je kunt beter zien met een bril.

shrnout
Musíte shrnout klíčové body z tohoto textu.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.

šustit
Listí šustí pod mýma nohama.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.

viset
Rampouchy visí ze střechy.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.

lehnout si
Byli unavení a lehli si.
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.

sedět
V místnosti sedí mnoho lidí.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.

dívat se
Všichni se dívají na své telefony.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.

vytáhnout
Helikoptéra vytahuje dva muže nahoru.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.

bojovat
Hasiči bojují s ohněm ze vzduchu.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
