Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/103910355.webp
sedět
V místnosti sedí mnoho lidí.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.
cms/verbs-webp/120193381.webp
oženit se
Pár se právě oženil.
trouwen
Het stel is net getrouwd.
cms/verbs-webp/129244598.webp
omezit
Během diety musíte omezit příjem jídla.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/47062117.webp
vystačit
Musí vystačit s málo penězi.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
cms/verbs-webp/78073084.webp
lehnout si
Byli unavení a lehli si.
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.
cms/verbs-webp/67095816.webp
stěhovat se k sobě
Dva plánují brzy stěhovat se k sobě.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
cms/verbs-webp/111750432.webp
viset
Oba visí na větvi.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/4706191.webp
cvičit
Žena cvičí jógu.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
cms/verbs-webp/123648488.webp
zastavit se
Lékaři se u pacienta zastavují každý den.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/120509602.webp
odpustit
Nikdy mu to nemůže odpustit!
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
cms/verbs-webp/122224023.webp
posunout
Brzy budeme muset hodiny opět posunout zpět.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
cms/verbs-webp/853759.webp
vyprodat
Zboží je vyprodáváno.
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.