Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/122153910.webp
divide
They divide the housework among themselves.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
cms/verbs-webp/42111567.webp
make a mistake
Think carefully so you don’t make a mistake!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
cms/verbs-webp/91930309.webp
import
We import fruit from many countries.
importeren
We importeren fruit uit veel landen.
cms/verbs-webp/107407348.webp
travel around
I’ve traveled a lot around the world.
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
cms/verbs-webp/127554899.webp
prefer
Our daughter doesn’t read books; she prefers her phone.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
cms/verbs-webp/119417660.webp
believe
Many people believe in God.
geloven
Veel mensen geloven in God.
cms/verbs-webp/103797145.webp
hire
The company wants to hire more people.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/115224969.webp
forgive
I forgive him his debts.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
cms/verbs-webp/112286562.webp
work
She works better than a man.
werken
Ze werkt beter dan een man.
cms/verbs-webp/106608640.webp
use
Even small children use tablets.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
cms/verbs-webp/81986237.webp
mix
She mixes a fruit juice.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
cms/verbs-webp/109157162.webp
come easy
Surfing comes easily to him.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.